Griend

Griend is een begroeide Nederlandse zandplaat, volgens sommigen een onbewoond eiland, in de Waddenzee, ongeveer twaalf kilometer ten zuidwesten van het waddeneiland Terschelling en behoort tot de gemeente Terschelling. Het eiland Griend is nog geen 500 meter in doorsnee.

Als je met de boot van Harlingen naar Terschelling (Of Vlieland) vaart kom je langs het eiland Griend.

Vroeger was het eiland Griend veel groter, bewoond, en beroemd om zijn kaas. In de middeleeuwen werd het eiland bewoond, en was er een klooster op gevestigd.
Tijdens de Sint Luciavloed op 14 december 1287 spoelde het dorpje Griend, vrijwel compleet weg. De afkalving ging door en Griend verdween beetje bij beetje in zee.
Eind 14e eeuw was het oppervlak van Griend 165 hectare, in de 19e eeuw 25 hectare.
Het eiland werd verlaten door de kloosterlingen en vanaf dat moment, tot de achttiende eeuw, werd Griend bewoond door een paar boeren, die hun huizen op terpen gebouwd. Doordat het eiland, onder invloed van stroming en wind zich verplaatste in oostelijke richting met een snelheid van ca. 7 meter per jaar, werd het eiland ook door de boeren verlaten. Vanaf dat moment werd Griend gebruikt door de bewoners van Terschelling als graasgebied voor schapen, en voor het maken van hooi. De eieren van meeuwen en sterns werden ook verzameld voor consumptie.
Tot 1913 had de Texelse familie Lap rechten op Griend. De Texelse natuurbeschermer Drijver stelde in 1913 voor Griend aan te kopen en er een natuurgebied van te maken. Dat lukte in 1917. Vanaf dat moment werd het een vogelreservaat, beheerd door Natuurmonumenten.
Toen de Afsluitdijk werd aangelegd veranderden de zeestromen in de Waddenzee. Tegelijkertijd stierf het zeegras massaal af door een ziekte. Tot die tijd lagen er rondom Griend dikke pakketten zeegras. En dat was een redelijke bescherming tegen aanvallen van de zee bij storm. Zodoende werd het eiland steeds meer bedreigd. Verschillende keren dreigde het eilandje in tweeën te breken.
De beheerders deden In de jaren vijftig, zeventig en tachtig is steeds pogingen om de schade te beperken door Griend te versterken, met weinig succes. In 1988 is er daarom een een lange zanddijk aangelegd aan de noord- en westkant, maar die is anno 2015 goeddeels weggespoeld. Daardoor kalft het eiland wederom met zo’n 5 meter per jaar af. Om dat verval te stoppen, werd er in 2016 een grote beschermende sikkel van zand opgespoten. Daarmee krijgt het eiland zijn eigen zandmotor, die de golven breekt, maar die ook als bron dient van vers zand.

Tegenwoordig is Griend een vluchtplaats voor vele vogels. Iedere lente maken honderdduizenden trekvogels er hun tussenstop tijdens de lange reis van Siberië naar Afrika, zoals de zilverplevier, rosse grutto en kanoetstrandloper. Tegelijkertijd broeden er 50.000 vogels op Griend. Het eiland omvat de grootste kolonie van sterns in West-Europa: elk jaar broeden er ongeveer 10.000 paren op het eiland. Onder andere de visdief , Noordse stern , Eider- en Berg-eend, Euraziatische scholekster, tureluur, en af en toe de velduil broeden op het eiland. In 2010 hebben er voor het eerst lepelaars op Griend gebroed.
Tijdens de bouw van het zanddijk, werd het eiland gekoloniseerd door de bosmuis. Ook zogende grijze zeehonden zoeken Griend vaak op als rustgebied.

’s Zomers, van april tot juli, is het eiland bewoond en waken er twee wadwachters over het wel en wee van de vele vogels. Voor hen is er een kleine huisvesting gebouwd op het eiland.

Griend is verboden terrein. Af en toe organiseert Natuurmonumenten een dag om zwerfvuil, zoals netten, plastic, gloeilampen, vaten en flessen, te verzamelen om het eiland weer schoon te maken.

Bronnen:

  • https://www.natuurmonumenten.nl/natuurgebied/griend
  • Krantenartikelen o.a. Volkskrant 18 april 2015

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *