Soest

Plaatsen > Soest

De gemeente Soest ligt in de provincie Utrecht. 

De gemeente Soest omvat de woonkernen Soest, Soestduinen en Soesterberg.

Herkomst van de naam Soest

Vroeger werd Soest ook geschreven als: Soyse, Zoys, Suysen Sose. Waarschijnlijk betekent “Soest” bron op de grens van hoge en lage gronden, respectievelijk Utrechtse Heuvelrug en Eemvallei; of het komt van: nederzetting aan de “zijde-oost” (Soest) van de Utrechtse Heuvelrug.

Geschiedenis

Van de eerste ontwikkeling van Soest is weinig bekend. Wel hebben historici kunnen achterhalen dat ongeveer 11.000 jaar voor Christus, verschillende jagersgroepen deze streek bevolkten. In de Soester duinen zijn werktuigjes gevonden van ongeveer 8.000 jaar voor Christus, terwijl van plus minus 2.000 jaar voor Christus nog verschillende grafheuvels zijn overgebleven, onder andere het Enghenbergje, gelegen op de Eng temidden van de bouwlanden en een aantal in het gebied Korte Duinen/Monnikenbos, tussen Soest-Zuid en Amersfoort.

Dit alles toont wel duidelijk de hoge ouderdom van Soest aan. Het was één van de oudste nederzettingen in het Sticht. De oudste beschrijving uit de historie van Soest dateert uit het jaar 1029. Vanaf die tijd zijn de meeste gebeurtenissen vastgelegd.

In 1029 werd opgetekend dat bisschop Ansfridus veertien hoeven aan het Benedictijner Klosster in Amersfoort schonk, die lagen tussen de villas Heze en Zoys, wat later Soest zal gaan heten. Met deze gebeurtenis was de geboorte van Soest een feit.

Op de vreedzame Eng werd vaak strijd geleverd. Al in 1278 vond daar de eerste militaire gebeurtenis plaats. Deze was niet van betekenis voor de geschiedenis van Nederland, maar wel voor de eeuwige strijd tussen Utrecht en Holland. De veldslag van 1278 ging tussen de Amstelaren en Woerdenaars enerzijds en de Stichtse benden anderzijds. De laatsten moesten in deze strijd het onderspit delven.

De bestaansbronnen tijdens de Middeleeuwen waren: landbouw op de hoog gelegen Eng, turfwinning in het Soesterveen, schapenhouderij op de uitgestrekte heidevelden, bijenteelt en in mindere mate veeteelt. Ambacht en huisnijverheid hielden hiermee gelijke tred.

Soest ontwikkelde zich als een typisch éénzijdig wegdorp. Op de Eng het akkerland en de boerderijen als een lint langs de voet van de Eng. De uiteinden van het langgerekte brinkdorp werden gevormd door Kort-End (de huidige omgeving van de Ferd. Huycklaan), verbonden door het (oude) Kerkpad met het Lang-End (omgeving Burg. Grothestraat) met in het centrum de Kerkebuurt met de Oude Kerk.

Daarnaast waren er nog andere buurtschappen: het Hart, de Bunt (Soest-Zuid), Achter den Eng (omgeving Nieuweweg), het Veen, de Birkt en den Berg of Soesterberg.

Ook van belang voor de samenleving van Soest is geweest de stichting van twee kloosters “Mariënburg” aan de Eemstraat, waar nu de boerderij “Het Klooster” ligt en “Mariënhof” aan de Birkstraat.

Een mijlpaal in de geschiedenis van de gemeente was het verkrijgen op 26 september 1472 van het schepenrecht van Bisschop David van Bourgondië.

Vervolgens is Soest vele malen geplunderd en afgebrand, maar steeds wist het zich te herstellen. Einde 18e eeuw was Soest nog een klein agrarisch dorp van nog geen 1200 zielen. Begin 1800 kwamen de veranderingen, zo kreeg men andere bestuursvormen.

De Rijksstraatweg Naarden-Amersloort werd tussen 1815 en 1817 aangelegd. In 1823 wordt Schout Gerrit Steijn van Hensbroek de eerste burgemeester van Soest. In 1869 werden 16 straatlantaarns geplaatst; op 1 juli 1895 ging de Soester Paardentram rijden; op 27 juni 1898 werd het spoorwegtraject Utrecht-Baarn geopend. Dit alles veranderde echter weinig aan het rustige plattelandsleven in Soest.

Na 1920 begon Soest te groeien en in 1930 telde men al 15.000 Inwoners. Dit was voor de gemeente aanleiding om in de jaren twintig een uitbreidingsplan op te stellen. In 1945 was de gemeente een dorp geworden van 22.000 zielen; in 1960 waren het er 28.500; in 1970 37.500 in 1 januari 1975 38.764 en op 1 januari 1999 44.106.

Het jaar 1029 rekent men als het ontstaan van de gemeente Soest. In 1929 werd het 900-jarig bestaan op grootse wijze gevierd en in 1979 het 950-jarig bestaan.

Bezienswaardigheden

Geen zee, maar wel duinen! Een vreemde sensatie. De duinen ontstonden door overbeweiding en liggen midden in een bosrijke omgeving. Een heerlijk gebied om naar hartenlust te recreëren. Bijzonder is het bejaardentehuis voor paarden. Hier kunnen edele viervoeters hun laatste dagen slijten en zich laten verwennen door de bezoekers.

Bron: Gemeente Soest

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *