Rijssen

Plaatsen > Rijssen

De gemeente Rijssen-Holten ligt in de provincie Overijssel. Inwoneraantal: 36.171; Oppervlakte: 94,41 km²; Wateroppervlakte: 2,04 km².

De gemeente Rijssen omvat de woonkernen:

  • Beuseberg, 
  • De Borkeld, 
  • Dijkerhoek(kern), 
  • Espelo, 
  • Holten(kern), 
  • Holterberg, 
  • Holterbroek, 
  • Lichtenberg,
  • Look, 
  • Neerdorp, 
  • Rijssen(kern)

Uit de vondst van urnengrafheuvels en Romeinse munten blijkt, dat er ter plaatse van Rijssen al omstreeks het begin van onze jaartelling nederzettingen zijn geweest. Geografisch blijkt dit ook niet zo verwonderlijk, omdat de noordzijde van de Rijsserberg destijds aan drie zijden was omgeven door moerassen. Deze vormden een zekere natuurlijke beveiliging. Bovendien was de oversteek van de Regge hier betrekkelijk klein. Gaandweg verveenden de moerassen en vormden later het beekdal van de Regge met de goede weidegronden van ”De Marke van Rinse”. De hogere gronden leenden zich goed voor de akkerbouw hetgeen resulteerde in een vestiging op de lagere zandgronden die tussen de lagere weidegronden en de hogere akkerbouwgebieden gelegen waren.

Een kerk werd in plusminus 775 door Lebuinus gesticht. In 1243 verkregen Rijssen stadsrechten van Otto III, bisschop van Utrecht. Hierdoor verkreeg het tevens een grotere zelfstandigheid. Ter verdediging werden wallen opgeworpen en grachten gegraven. De situering hiervan is in de huidige stadsstruktuur nog duidelijk te herkennen. Ook de namen herinneren aan de vroegere toestand: Walstraat, Huttenwal en Hagen. Of de verdedigingswerken niet goed genoeg waren of de overmacht te groot was, is niet bekend. Zeker is, dat Rijssen in de Middeleeuwen dikswijls onder de voet gelopen en daarna het slachtoffer werd van vele plunderingen, brandstichtingen, oorlogen en twisten. Het zal dan ook wel daardoor gekomen zijn dat de bevolking nauwelijks in staat geacht kon worden haar verdediging op peil te houden. Het is de vraag of die stadsrechten destijds niet eerder een averechtse uitwerking hebben gehad op de ontwikkeling van Rijssen.

In de 16e eeuw en 17e eeuw kreeg de bevolking meer kansen. Behalve de boeren, die (als burgers van Rijssen) toen het belangrijkste aandeel in de bevolking vormden, ontstonden ambachten als wevers en schoenmakers (vlas en huiden). Gilden werden gevormd in het begin van de 17e eeuw. De markegronden werden eigendom van de gemeente en werden verpacht aan de boeren uit de stad. Later ook aan de boeren die zich buiten de wallen hadden gevestigd (onder andere Haarstraat). Dagelijks graasde het vee op de lage weiden om ’s avonds weer naar de stad op stal te gaan.

De kerk die in 775 door Lebuinus was gesticht, werd in 1188 hoofdkerk van de parochie, die onder meer Wierden, Enter en Holten omvatte. Met de Reformatie kwam in 1626 een eind aan de macht van de geestelijkheid. De macht kwam toen meer in handen van de adel, die ongeveer tot de Franse tijd zou duren.

De verschillende Havezathen van Rijssen, waarvan alleen de Bevervoorde binnen de wallen was gelegen, hebben de stad niet die strategische positie kunnen geven die het in de Middeleeuwen zo ontbeerde. De Oosterhoff is het enige kasteel, in de tijd meer gewijzigd tot landgoed, dat zich heeft kunnen handhaven. Het is vanaf 1334 tot plusminus 1900 vrijwel uitsluitend door familie Baron van Ittersum bewoond geweest.

Hoewel aan het einde van de 18e eeuw de gilden werden opgegeven, had het ambacht van de wevers, misschien mede dankzij de vrij intensieve vlasteelt, zich een goede positie kunnen verwerven. Door de vorm van huisarbeid en de verbouwing van vlas zal deze industrie gemakkelijk zijn voedingsbodem op de boerderijen hebben kunnen ontwikkelen. Waar aanvankelijk (plusminus1800) deze huisarbeid door G. ter Horst meer gericht werd op de grote markt, werd deze industrie gaandeweg geconcentreerd en zo mogelijk gemechaniseerd. Hierbij ontstond de meer gespecialiseerde jutefabrikage, waardoor de grondstoffen uit Teheran werden ingevoerd. Deze grondstoffen werden evenals katoen aanvankelijk per ”Enterse zomp” via de Regge aangevoerd. De spoorweg zou immers eerst in 1888 tot stand komen.

De handel is in Rijssen van oudsher, behalve door een normale winkelnering, in het bijzonder bepaald door de markt. De Rijssense veemarkt is lange tijd van groot belang geweest voor de veehandelaren. De veemarkt is al een hele poos geleden gesloten terwijl de varkenshandel pas geleden is gesloten. Dit is besloten in 1976. Er is nu nog wel jaarlijks een grote schapenfokdag.

De Reggestreek is een prachtig landelijk gebied met een van oorsprong sterk agrarisch karakter dat geleid heeft tot een uniek coulissenlandschap. De Regge kronkelt door een landschap met glooiende akkers en weilanden afgewisseld door karakteristieke houtwallen. Her en der in het landschap staan mooie oude statige boerderijen. Naast de agrarische activiteiten kent het gebied kleinschalige musea en ook gerenommeerde toeristische bedrijven. 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *