Mechelen

Plaatsen > Mechelen

Mechelen is een dorp in de gemeente Gulpen-Wittem, in het zuid-oosten van Wittem. Mechelen heeft 850 (2002) inwoners.

Tot 1998 lag Mechelen in de gemeente Wittem, waarvan het de hoofdplaats was.

Onder het dorp Mechelen vallen ook de buurtschappen Bissen, Bommerig, Broek, Dal, Elzet, Helle, Hilleshagen, Höfke, Hurpesch, Kleeberg, Kosberg en Schweiberg.
Ligging

De plaats Mechelen heette in vroeger tijden Mechelen aan de Geul en nog verder terug (1133) de Mechluns. De naam is afkomstig van het Germaanse magalunas, genoemd naar het aangrenzende Malensbos (dat in 1208 genoemd wordt als Malone). Magalunas betekent ‘bij de grote, machtige plaats’. De plaatsnaam is waarschijnlijk in de vroege Middeleeuwen door immigranten meegebracht uit de omgeving van het Belgische Malonne bij Namen.

Mechelen is waarschijnlijk ontstaan als een nederzetting bij een landgoed van de draven (later hertogen) van Limburg, rond het punt waar de Mechelbeek en de snel stromende Geul elkaar ontmoeten.
In 1215 schonk Hertog Hendrik III van Limburg zijn hof te Mechelen aan de Johannieter Orde, een geestelijke ridderorde die onder leiding stond van een Commandeur. In 1579 en in 1588 werden het klooster en de hoeve door brand verwoest en in 1588 heeft de orde Mechelen verlaten en trokken ze naar Aken. Het klooster werd niet meer herbouwd, de hoeve wel. Dit gebeurde voor het laatst na branden in 1825 en 1897 en na de grondige restauratie die in 1986 werd afgerond. In 1794 worden door de Franse overheersers alle kerkelijke goederen in beslag genomen. Dit betekende na bijna 600 jaar het einde van de Johannieter Commanderij.

Bissen
Gelegen ZW van Mechelen, rond het W van de Dal-Bissenweg, in het dal tussen Schweiberg en Schweibergerbos.

Bommerig
In 1536 heette Bommerig nog Bamberg. In 1696 omen we de naam tegen als Bommerich. In de omgeving liggen verschillende plaatsen waarvan de namen eindigen op -berg: Kleeberg, Kosberg, Schweiberg. Bamberg is mogelijk ontstaan uit Banberg wat ‘de aan de gemeenschap toebehorende berg’ betekend. Bommerig is gelegen rond de Bommerigerweg (de weg van Mechelen naar Camerig), ten zuiden van Mechelen en ten noord-oosten van Epen. In 2003 stonden er ca. 40 huizen, waar 110 inwoners woonden.

Broek
Oudere schrijfwijze: Den Broek. Broek ligt ten zuiden van Mechelen, ten noorden van Epen, ten westen van Hurpesch, ten westen van de Eperweg. 2

Dal
Dal ligt in het dal tussen het Schweibergerbos en de buurtschappen Schweiberg en Höfke. ten zuidwesten van Mechelen, rond het oostelijk gedeelte van de Dal-Bissenweg.

Elzet
De naam Elzet is ontstaan uit een afleiding van els met de uitgang -ithi in de betekenis ‘groep elzen’. Elzet ligt ten zuidoosten van Mechelen. In 1840 worden Elzet en Ginsterberg, dat toen blijkbaar nog als buurtschap werd beschouwd, in adem genoemd.

Helle
In 1840 komt de naam voor als Hell. Waarschijnlijk is de naam Helle ontstaan uit helde ‘helling’. Helle ligt ten zuiden van Mechelen, rond het eerste gedeelte van de Bommerigerweg, gezien vanuit Mechelen.

Hilleshagen (Hilleshage)
Hilleshagen  ligt ten oosten van Mechelen, aan de Geul. Hilleshagen  ligt aan een oude weg naar Aken. In de Middeleeuwen bevond zich hier een gasthuis.

Höfke (Höfke/Heufke/Häöfke?)
De naam kan zijn ontleend aan een niet meer bestaande middeleeuwse herenhoeve. Höfke ligt aan de gelijknamige weg Höfke, aan de Geul, ten zuidwesten van Mechelen.

Hurpesch (Hurpesj)
Rond 1350 komt Hurpesch  voor onder de naam Hortpes, Hortpesch. In 1369 als Hurtpece. Hiermee vormt de naam noordelijke uitloper van het Waals-Franse naamtype Heurtebise, dat vergelijkbaar is met een naam als Wintraak en een plaats aanduidt die veel wind vangt. Hurpesch ligt rond de Hurpescherweg, van de buurtschap Helle naar de Geul, ten zuiden van Mechelen. De plaats kan zijn ontstaan als nederzetting bij een middeleeuwse herenhoeve. In een akte uit 1369 wordt Lenart van Hurtpece als leenman van de Heren van Wittem vermeld.

Kleeberg
De buurtschap Kleeberg is genoemd naar de ligging tegen de helling van de gelijknamige berg. Kleeberg ligt aan de Kleebergerweg, ten zuiden van Mechelen.

Kosberg
Kosberg ligt ten noordwesten van Epen, ten zuidwesten van Schweiberg. Kosberg ligt, gezien vanuit Mechelen, rond het eind van de Schweibergerweg.

Schweiberg (Sjweeberig)
Schweiberg  komt in 1537 voor als Scheveyberch, in 1681 als Schaweybergh, in 1840 als Schweijsberg.   Schweiberg ligt rond de Schweibergerweg, ten zuidwesten van Mechelen, ten noorden van Epen. In 2002 waren er 80 huizen en 110 inwoners.

Bezienswaardigheden
Aan de Johannes de Doperkerk van Mechelen werd begonnen in 1810. Het was architect Matthias Soiron uit Maastricht die de ontwerpen maakte. De toren, met romaanse elementen als spaarvelden en rondboogfriezen, ontstond enkele decennia later, in 1837. Later werd het schip verlengd en nog later (1935) maakte men de halfronde koorpartij. Voor een in kerkarchitectuurhistorisch opzicht nog tamelijk jong gebouw heeft de kerk van Mechelen al heel wat wijzigingen aan de oorspronkelijke opzet gekend.
In het met een tongewelf gedekte interieur zijn diverse voorwerpen te vinden die afkomstig zijn van een ouder gebouw ter plaatse of van elders. Het hoofdaltaar is uitgevoerd in een barokke vormentaal en geeft daarmee aan ouder te zijn dan de dagen van Soiron. Bij dit altaar zijn de 14e-eeuwse houten bustes te vinden van twee bisschoppen van wie we de namen niet kennen. In deze beelden werden relieken bewaard. De maker van een houten sculptuur verbeeldde het afgehakte hoofd van Johannes de Doper. Het stamt uit de 16e eeuw en is veelkleurig beschilderd. Deze polychromie was gebruikelijk, maar is bij de meeste oude houten sculpturen in de loop der eeuwen verdwenen. Ouder dan de kerk zijn ook nog de weelderige rococo-preekstoel (18e eeuw) en een hardstenen doopvont (17e eeuw).

Mechelen was het bestuurscentrum van de gemeente Wittem. Het gemeentehuis was sinds 1986 gevestigd in vakwerkhuis/landgoed De Heerenhof. De historie van De Heerenhof gaat terug tot de 12e eeuw. In de loop van de tijd is het pand talloze keren uitgebrand en verwoest, maar telkens herbouwd. Het maakte deel uit van de bezittingen van de hertogen van het vroegere Limburg. Het huidige pand dateert uit 1825. Thans is het in gebruik als hospice Martinus (stervensbegeleiding in huiselijke omgeving) en zorghotel voor revaliderende patiënten, in een samenwerkingsverband van de Heerlense stichting VZR, de Vaalser stichting voor stervensbegeleiding Sint Martinus en thuiszorgorganisatie Domicura.

Het Panhuis is een voormalige dwangbrouwerij.
Mechelen en de rond Mechelen gelegen buurtschappen zijn rijk aan oude vakwerkhoeven en -huizen.

Buurtschap Bissen:
Aan de noordkant van het verlengde van de weg door het dal staat een zogeheten ongelukskruis, voorzien van het opschrift: “Hier starb durch ein Unglück am 6 April / 1878 der Jüngling Johannes Leonardes / van Hautem im Alter von 13 Jahre / betet für die armen Seelen.”

Buurtschap Bommerig:
Aan de voet van het Elzetterbos bij Bommerig is een klooster van de paters redemptoristen geweest. Het complex is er nog, de paters zijn al jaren geleden verdwenen.

Buurtschap Helle:
Helle is een beschermd buurtschapsgezicht, vanwege de fraaie vakwerkhoeven, die in oude luister zijn hersteld.
Hoeve De Helle ligt op een onopvallende plaats langs de kant van de weg. De hoeve is in U-vorm gebouwd. Woonhuis, stallen en bijgebouwen zijn rond een binnenplaats gegroepeerd. Vanaf deze plek is het uitzicht weids.

Buurtschap Höfke:
Höfke is een beschermd buurtschapsgezicht.
De buurtschap Höfke is een verzameling van 18e-eeuwse vakwerkboerderijen met bloemrijke graslanden. Eén van deze hoeven is eigendom van Natuurmonumenten en is geheel gerestaureerd.
De watermolen Bovenste Molen (Eperweg 21, ZO van Höfke) wordt omstreeks 1350 voor het eerst vermeld. Tot begin 18e eeuw was het een dwang- of banmolen van de Heren van Wittem. Omstreeks 1800 bestond de Bovenste Molen uit twee graanmolens, waarvan er in 1828 één is omgebouwd tot papiermolen. In 1979 is het complex aangekocht door Natuurmonumenten. Het interieur van de molen kan niet meer worden bezichtigd. Zoals de naam al suggereert, ligt er in de buurt ook een Onderste Molen.

Mechelen ligt aan de Mergellandroute, met slingerende landwegen en paden. De meanders van de riviertjes de Geul en de Mechel hebben het landschap bepaald.

Buurtschap Bissen:
De Zuid-Limburgse Golf- & Countryclub, opgericht in 1956, is de hoogstgelegen golfbaan van Nederland. Gelegen rond het punt waar het Schweibergerbos en het Kruisbos bij elkaar komen. De 18-holes baan (par 71), biedt bij helder weer een fraai uitzicht richting Drielandenpunt. Ten dele licht geaccidenteerde en open baan, ten dele rustige bosbaan met soms niet al te brede fairways, gelegen op een plateau.

Buurtschap Elzet:
Op loopafstand (nog geen kilometer) ten zuiden van Elzet ligt het circa 100 hectare grote Elzetterbos, onderdeel van het grote Vijlenerbos. Er is een gemarkeerde wandelroute van vijf kilometer.

Buurtschap Höfke:
In natuurgebied ’t Höfke, gelegen in het Geuldal, mag u vrij wandelen op de wegen en paden. Het gebied wordt beheerd door Natuurmonumenten.

Buurtschap Schweiberg:
Schweibergerbos, Onderste Bos, De Molt, Wagelerbos, Verlorenkost en Dunne Bos zijn typische hellingbossen met boven aan de hellingen de soortenarmere bossen met onder meer wintereik, ruwe berk, lijsterbes en hulst. In de kruidenlaag hoofdzakelijk adelaarsvaren en blauwe bosbes. Lager op de helling groeit het rijkere eiken haagbeukenbos met es, zoete kers, haagbeuk en hazelaar. Op de bodem vinden we stekelvarens, lelietjes van dalen, lievevrouwebedstro, muskuskruid, maagdenpalm en slanke sleutelbloem. Op sommige plaatsen zelfs mannetjesorchis en bruine orchis. De bossen worden beheerd door Staatsbosbeheer.

De bossen worden doorsneden door oude gebruiks- en eigendomsgrenzen. Binnen het bosgebied zijn de meeste voormalige grenzen vaak te herkennen aan oude grensstenen (ryensteynen) of grensbomen (limietbomen). Op de grensstenen kon men met initialen aangeven op welk gebruiks- of eigendomsrecht de grens betrekking had. De grensbomen werden doorgaans geknot en regelmatig vrijgesteld. Ze hadden het voordeel beter zichtbaar te zijn. Daarom werd naast een grenssteen dikwijls ook een grensboom geplant. Voor tijdelijke grenzen, bijvoorbeeld rond te kappen bosgedeelten, werd een smalle strook bos gekapt, een ‘doorslag’ gemaakt.
De verwering van kalksteen in deze bossen, heeft geleid tot het ontstaan van een dikke laag vuursteeneluvium. Door in de bodem wegzakkend regenwater werd het onderliggende vaste kalkgesteente plaatselijk tot op grote diepte opgelost. Via trechtervormige ruimten zakten het water en de bovengelegen bodem steeds dieper weg en werden geologische ‘orgelpijpen’ gevormd. Dit karstverschijnsel is bovengronds goed waar te nemen. Verspreid gelegen komvormige laagten of kuilen geven aan waar de bodem is verzakt. Dat worden dolines genoemd. Op de vlakkere delen van het Onderste en Schweibergerbos verraden tientallen dolines waar de kalksteen in de ondergrond is opgelost.
 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *