Kanoën

Thema’s > Kanoën

Een kajak is een kano, maar een kano is niet altijd een kajak, net als een koe een rund is, maar een rund niet altijd een koe.
Een kano is vaak van boven open en wordt geknield gevaren met een enkelbladige peddel oftewel een steekpeddel.
De kajak is door een dek van boven vrijwel geheel gesloten. In een kajak zit een zitvlak en wordt een peddel met twee bladen gebruikt.

Er bestaan dus verschillende soorten kano’s. Bijvoorbeeld:

  • Polo Kano: Lengte 2 à 3 meter, op de waterlijn iets korter. Platte en brede romp. Voor- en achtersteven afgerond. Kleine kuip. Vorm van de romp ovaal.
    Deze kano is zeer wendbaar, niet snel. Vooral geschikt voor gebruik in zwembad en branding.
  • Surf Kano: Lengte ca. 3,5 meter, op de waterlijn iets korter doordat de boeg oploopt. De voorsteven is stomp, het achterschip en de zijkanten hebben een scherpe rand. Een kleine kuip die iets naar achteren geplaatst is. De onderkant van de surfkano is plat, soms met een surfboardvin. Deze kano is wendbaar en stabiel, op vlak water traag maar door het goede planeervermogen (Als een speedboot) zeer snel bij afdalingen van hoge steile golven.
  • Vlakwaterwedstrijdkano: Lengte 5,2 meter, ook op waterlijn. De kano is smal ( tot 51 cm) waarbij het breedste punt achter de kuip ligt. De kano heeft een grote kuipopening. De romp is rond, meestal met een voetenroer uitgevoerd. Deze kano is zeer snel en stabiel, moeilijk wendbaar, niet geschikt voor ruw water
  • Wildwater-slalomkano: Een kano met een lengte van 4 meter die op de  waterlijn veel korter is. Kleine kuip. Scherpe en afgeplatte stevens met lussen. Rompvorm ovaal. Deze kano is zeer wendbaar en stabiel, niet snel en ook niet koersvast, dus geschikt voor ruw water.
  • Wildwaterafvaartkano: Lengte 5,2 meter, ook op de waterlijn. Grootste breedte achter de kuip. Kleine kuipopening. Hoog voor- en achterdek. Lussen aan de stevens. Rompvorm rond.Deze kano is snel op ruw water, redelijk snel op vlak water, vrij stabiel, moeilijk wendbaar en windgevoelig.
  • Vlakwatercombi-kano: De combi is een combinatie van een vlakwater- en een wildwaterkano (in verschillende gradaties). Lengte ca. 4,5 meter, ook op de waterlijn. Grootste breedte bij of iets achter de kuip. Kuipopening groot of klein. Rompvorm ovaal, soms met een scheg. Deze kano is redelijk snel en stabiel, redelijk koersvast zeker met een scheg.
  • Wildwatercombi: Lengte ca. 4 meter, op waterlijn iets korter. Voor- en achtersteven als bij slalomkano maar met veel meer volume. Kleine kuip. Grijplussen aan de stevens. Rompvorm plat-ovaal. Deze kano is makkelijk wendbaar, stabiel, minder snel, geschikt voor niet al te ruw water of branding.
  • Zeekayak: Lengte 4,8 tot 5,5 meter, op de waterlijn iets tot veel korter. Vaak met een duidelijk oplopende steven. Achterdek veelal lager. Kuip meestal klein, soms lang maar altijd knieën onder het dek. Meestal met diverse voorzieningen, zoals : grijplijnen langs de boot, lenspomp, waterdichte schotten, elastiek op het dek. De kano is redelijk snel in golvend water, redelijk tot zeer stabiel, vaart uitermate droog.
  • Canadese Kano: Grote, open boten met een karakteristiek model. Soms afgesloten met groot spatzeil. Lengte 4 – 11 meter, afhankelijk van het aantal mogelijke opvarenden (1 – 10 personen). Voortbewegen met steekpeddel. Meestal zeer breed, maar met “hoge” zitplaats. Deze Kano heeft veel bagageruimte en is dus zeer geschikt voor trektochten. De stabiliteit is afhankelijk van de plaats van de zittingen maar meestal groot. In wedstrijduitvoering voor wild- of vlakwater alleen voor die doelen geschikt.

De Kano, maar ook de Kayak wordt gevaren door één, twee of vier personen. De Canadees kan tot 10 personen gevaren worden.

Techniek van het kanovaren
Dit artikel over kanotechniek is op 24 juli 2002 gepubliceerd op de website “www.kanodames.nl” en geschreven door Nicole Bulk, Bondscoach Vlakwater Kanovaren Dames. Helaas is deze website inmiddels niet meer online.

Een stukje over hoe de boot in een rechte lijn gaat. Als je boot van kant naar kant wiebelt en je de weerstand moet vinden die je hiervan weerhoudt kan het volgende stukje je op gang helpen.

Een “waggelende boot” kan vele oorzaken hebben, maar doorgaans valt het altijd terug te wijzen op twee hoofdzaken.
1. niet genoeg druk op het blad waardoor je geen evenwichtspositie maakt tussen de virtuele driehoek van de boot en het blad.
2. een foutieve evenwichtsreactie van het lichaam veroorzaakt door een onvolmaakte techniek

Aan de hand van deze twee oorzaken gaan we eens rustig stap voor stap kijken wat we aan wiebelen in de kano kunnen veranderen. We beginnen bij het missen aan druk op het blad. Het moment dat je met massa en spierkracht druk kan zetten op het blad in het water is het moment dat je een gevoel hebt van stevigheid en houvast. Je kunt dit heel gemakkelijk nagaan bij jezelf als je trainingen uitvoert met een REM (weerstand om de boot). Tijdens deze trainingen zitten kanovaarders doorgaans stabieler en kunnen ze meer romprotatie leveren en varen met het hele lichaam. Dat komt grotendeels door de lagere bootsnelheid en de hogere weerstand die varen met rem op het blad oplevert. Het lijkt er dus op dat je steeds druk op je blad moet kunnen uitoefenen om stevig te kunnen zitten en je lichaam optimaal in je techniek te kunnen benutten.

Zodra er geen druk op het water is tijdens de slag, doordat je bijvoorbeeld niet afzet aan het water maar de peddel door het water trekt, zal een kanovaarder minder geneigd zijn zijn lichaam in de slag te laten vallen. Daarvoor is er te gering stabiel gevoel. Het varen zal dat grotendeels op kracht gebeuren en het zal minder eenvoudig zijn lichaamsmassa in te zetten in de afzetfase. De rotatie kan dan uit het loodvlak geschieden -niet om de lengteas van het lichaam- en dat leidt weer tot een correctie om toch een evenwichtspositie in de boot te komen. Als deze correctie wordt uitgevoerd door een kanteling van het bekken en in de slag dan leidt dit tot kantelen van de boot.

Er zijn veel kanovaarders die met hun bekken van links naar rechts kantelen in de boot en daarmee de boot een behoorlijke onrust meegeven. Het eerste belangrijke om te onthouden is dat rotatie van het bekken in de boot puur voorwaarts-achterwaarts dient te geschieden. Het is heel belangrijk dat het bekken steeds meedraait in de techniek, omdat een kleine rotatie in de heupen in de schouderlijn -die is breder- een hele grote rotatie teweeg kan brengen zonder dat we daar iets voor hoeven te doen. Deze rotatie kunnen we met de benen inzetten -we kunnen dus beenkracht gebruiken voor de afzet- en bovendien leidt heupinzet tot een romprotatie zonder torsie (“verdraaiing”) van de rug. Dat laatste is weer een belangrijke factor voor de inzet van de rompspieren. Wat belangrijk is om te onthouden is dat heuprotatie in de boot zuiver voorwaarts-achterwaarts dient te geschieden.

Het onzuiver kantelen van de heupen heeft natuurlijk ook oorzaken. Soms is het als coach ondoenlijk om steeds te zeggen: “niet kantelen”, omdat de vaarder daar niet op kan reageren doordat de oorzaak niet wordt geduid. De grootste veroorzaker van kantelingen is te laat uithalen. De uithaal dient gevoelsmatig bij de knie te beginnen en in een zijwaartse snelle beweging zal men dan meteen klaar moeten zijn voor een volgende insteek. Indien de slag in het water tot voorbij de heuplijn verloopt is er een grote kans dat er een wiebel -tegenkanteling- ontstaat bij de uithaal. Dit is een evenwichtsreactie van de heupen op de veranderde evenwichtspositie elders in het lichaam. De boot reageert en gaat mee in de heupbeweging.

Een andere mogelijkheid waardoor het lichaam uit het lood gaat tijdens de techniek -we zijn er inmiddels achter dat die “wiebel-veroorzaker” nummer 1 is- is een foutieve uithaal. De uithaal moet een zo kort mogelijke en licht uitgevoerde snelle beweging zijn. Het is zeker niet zo dat we hier zeer grote schouderspieren voor nodig hebben. Het is bovenal een snel met de arm uitgevoerde beweging waarbij we ook in de voorste arm een kleine heffing of doorstrekking uitvoeren tegelijkertijd. Ook dit laatste heeft te maken met evenwicht in de boot. We willen niet dat tijdens de uithaal de strekarm al gaat indalen voor de volgende slag, dus we dienen hier een actie uit te voeren om dit niet te laten gebeuren als reactie op een snelle beweging met de andere arm.

Even terug naar uithalen met de schouder. Als dit overactief gebeurt zal de schouder aan een zijde omhoog gaan, maar uit reactie aan de andere zijde dalen. Dit roept om een reactie van het lichaam om het evenwicht te herstellen. Twee reacties mogelijk: het snel insteken van de peddel aan de andere zijde, het tegenkantelen van de heupen. De laatste leidt tot kantelingen in de boot. De eerste willen we vermijden, omdat het de slaglengte verkort. Het is trouwens zo dat mensen die te laat uithalen doorgaans juist met de schouder uithalen in plaats van met de arm. Dit komt doordat de arm zich dan niet meer in een positie bevindt om de gevraagde zijwaartse heffing te kunnen maken.

Ook in de afzetfase (slag) vinden er vaak nog evenwichtreacties plaats van het lichaam op hetgeen er met het blad in het water gebeurt. In de afzetfase is het zaak het peddelblad gedurende de hele fase op gelijke hoogte in het water vast te zetten. Indien tijdens deze afzet het blad in eerste instantie niet geheel in het water zit, dan steeds dieper in het water zakt om vervolgens weer te worden uitgehaald, zal het lichaam niet volledig kunnen worden ingezet voor voorstuwende kracht. Als er slip op het blad zit -het blad staat niet vast in het water, maar zakt naar beneden of trekt door het water- dan is dat vanzelfsprekend verlies in de afzet. De krachten van het lichaam zullen niet in de afzet verdwijnen, maar zullen elders een uitgang vinden. Het wiebelen van links naar rechts is zo’n uiting van het niet kunnen gebruiken van de kracht voor voorwaartse snelheid.

Bij vaarders die erg veel last hebben van wiebelen bij elke slag zijn er een paar mogelijkheden om dit een de basis aan te pakken. Als coach is een opmerking: “let op dat je niet wiebelt”, de grootste te maken fout. Kijk altijd eerst of de oorzaken van de kantelingen liggen in 1 van bovenstaande verstoringen van evenwichtssituaties. Maak de vaarders bewust van het belang van een goede basispositie. Als je in de kano zit moet je kunnen roteren van links naar rechts met de peddel uit het water en recht voor je. Voor jonge en oudere vaarders is dit een leuke oefening om een goede basispositie voor techniek aan te wennen. Deze rotatie kun je ondersteunen met licht trappen van de benen en een rotatie van de heupen op het zitje. Als een vaarder dit kan zonder peddelsteun te maken dan weet je dat deze het principe verstaat van rotatie in een evenwichtssituatie. Vanuit deze basis hoeft de vaarder alleen te leren om de peddel in te steken, af te zetten aan het water en weer uit te halen met gebruik van massa en kracht in de afzetfase. Het lijkt heel simpel.

Een andere tip is om altijd op te letten dat vaarders op tijd uithalen en de peddel hoog houden in de slag. Bijna iedere vaarder zakt tijdens de slag met de peddel in het water wat weg. Probeer met je hand op hoogte van de bootrand -tussen kuip en dek- te blijven gedurende de slag. Als dit niet afdoende is dan moet de sporter een tijd letten op overdreven vroeg uithalen -dus in feite is dat dan niet verder zakken met het blad in het water- let wel op dat deze oefening op tijd wordt losgelaten anders heeft de atleet weer een nieuw probleem.

Ik ben me bewust dat dit stukje geenszins een oplossing geeft voor alle problemen rond kantelen van links naar rechts in de techniek, maar het geeft wellicht net iets een andere kijk op de zaak waardoor die ene vaarder die al jaren last heeft van instabiliteit nu eindelijk het licht ziet. Daar gaat het om. Veel plezier met de speurtocht naar evenwicht.

Bron: Dit artikel over kanotechniek is op 24 juli 2002 gepubliceerd op de website “www.kanodames.nl” en geschreven door Nicole Bulk, Bondscoach Vlakwater Kanovaren Dames. Helaas is deze website inmiddels niet meer online.

Hieronder enkele links naar leuke websites over Kanoën.

  • Caper J. Diegenbach – Persoonlijke pagina’s en kano informatie over de “Plassen en Merentocht”.
  • Johan’s Kajak Site – Persoonlijke pagina’s met beschrijvingen van kanoroutes in Noord-Holland en elders in Nederland en tochtverslagen.
  • Kajaktochten – Persoonlijke pagina’s over kajakvaren in Nederland en wildwatervaren in België en Frankrijk.
  • Kano Forum – Nederlandse nieuwsgroep over kano en kajak.
  • Kanolife – Startpagina voor prachtige kano- en kajaktochten, routes, evenementen, campings en verhuuradressen in binnen- en buitenland.
  • Kano Noord – Kajak varen in de provincie Groningen.
  • Kanoslalom – Informatie over de wedstrijdsport kano slalom met o.a. trainings schema’s.
  • Kanoweb – Leuke kano en kajak tochten in binnen- en buitenland. Bevat vaar routes in Nederland, België, Duitsland en andere delen van Europa.
  • Marchel Gerbers – Persoonlijke pagina met onder andere kano-tochten
  • De Peddel – Eén- en meerdaagse kano-arrangementen en kano-fiets-combinaties op diverse plaatsen in Nederland. Met beschrijvingen en foto’s.
  • Vouwkano Pagina – Persoonlijke pagina’s van Kees van der Meij over de Klepper vouwkano. Met tips, trucs en verslagen van gemaakte tochten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *