De gewonde jager

De afgelopen zomervakantie hebben we onder ander doorgebracht in Friesland. In het plaatsje Idskenhuizen om precies te zijn. We hadden daar onze intrek genomen in een caravan aan het water. Wanneer je voor de caravan in het water sprong, kon je linksaf naar een meertje zwemmen uitkomend op het Prinses Margriet kanaal of rechtsaf richting jachthaven.

Ik ging rechtsaf. Niet zwemmend. Maar in een kano. Een eenpersoons kajak. Naast een peddel had ik ook nog een werphengel en wat visspullen meegenomen. Er is op visgebied namelijk niets dat zo goed werkt als vanuit een kano op roofvis vissen.vooral in een jachthaven wil dat goed.

Ik had er daar al een paar gevangen deze vakantie. Je laat het kunstaas gewoon een paar meter achter de kano in het water zakken, slaat de beugel van de molen om, klemt de hengel tussen benen en boot en begint te langzaam peddelen. Geruisloos glijd je door het water en je komt bovendien op plaatsen die vanaf de kant onbereikbaar zijn. Succes verzekert!

Na een tijdje wat rond gepeddeld te hebben, wisselde ik van aas. De twister werd ingeruild voor een drijvende plug met dubbele dreggen. De plug ging 10 meter achter de kano in het water en langzaam peddelde ik door het midden van de hoofdvaart van de jachthaven. Ondertussen hield ik de hengeltop in de gaten die licht kromgebogen en trillend door de weerstand van het kunstaas, iets voor uit de boot stak. Opeens een felle tik en de hengel vloog van licht naar diep gebogen. Ik greep de hengel en trok de lijn in een mooie hoek om zo de veerkracht van de hengel optimaal te benutten. Door de kracht van de vis, werd de boot weggetrokken. Recht op een afgemeerd schip af. Om een aanvaring te vermijden, de eigenaars zaten helaas op het schip, anders liet ik de kano wel gaan, begon ik met één hand te peddelen om zo de kano weer in open water te krijgen.

Een roofvis vecht meestal hevig, maar kort. Na een paar minuten had ik de vis onder controle. Nu kwam het spannende gedeelte. De studie is om de met de rechterhand de hengel beet te houden en dan de vis naar de linkerkant van de boot te leiden. Met de peddel stuur je de kano ondertussen wat bij en wanneer de vis dan eenmaal langszij ligt, leg je de peddel voor je, dwars over de kano en pak je met je linkerhand de vis achter de kop. Wanneer je goed grip op de vis hebt, zwaai je de vis in één beweging uit het water en legt hem vóór je over de kuip van de kano. Je legt vervolgens de hengel naast de peddel, pakt een onthakingstang, onthaakt en zet de vis weer overboord. Appeltje, eitje zou mijn vader zeggen.

Voorgaande dagen ging dat uitstekend. Vandaag niet. Ik weet nog dat ik de vis, een snoek van 80 cm, uit het water pakte en voor me over de kuip van de kano legde. Het volgende wat ik nog weet, is dat de vis niet voor me over de kuip lag, maar in de kano, tussen mijn benen. Snoekenbek al happend gericht op mijn manlijkheid.

Een kano is klein. Een snoekenbek groot. Zeker wanneer hij tussen je benen ligt. Toen zag ik het kunstaas. Op de één of andere manier was dat uit de snoekenbek geslagen en zat nu muurvast in mijn rechterbeen. Één dreg boven en één dreg beneden. Muurvast. Bij de bovenste dreg kon ik de boog van de haak al niet meer zien.
Gelukkig is een sportvisser altijd keihard en super stressbestendig. Rustig en bedaard trok ik mijn mes. En voor de ogen van de, reeds toegestroomde, verschrikte menigte sneed ik ijskoud de kop van het monster af. Zo, die bijt niet meer, was hierbij mijn gedachte.

Helaas. Het is vrij lastig om kracht te zetten met een mes wanneer je in een kano zit. Een uitschieter resulteert namelijk in een gat in de bodem of een mes in je been. Er zat niets anders op dan met een nog steeds happende, half onthoofde “reuzensnoek” tussen mijn benen en een stuk kunstaas in mijn been, terug proberen te roeien. De vis overboord zetten was ook geen optie. De lijn van het kunstaas kreeg ik namelijk niet doorgesneden en die zat dus nog steeds vast aan de hengel èn ook nog eens om de vis gewikkeld. Met één hand de vis tegen de bodem van de kano drukkend en met één hand peddelend ben ik teruggevaren.

Voor de caravan aangekomen, kreeg ik het voor elkaar om de hengel op de kant te krijgen en de lijn door te snijden waarbij ik de houten wal beschoeiing gebruikte als snijplank.
Mijn vrouw en de kinderen kwamen al aangerend. Mijn hulp geroep was namelijk nogal luid en doordringend geweest. Zo vertelden ze later.

Met een zwaai gooide ik, de nog steeds vervaarlijk happende snoek, op de kant. Leg je deze even ergens neer waar hij niet meer kan ontsnappen? Vroeg ik aan mijn vrouw. Ik moet zeggen, het ging niet van harte. “Hij hapt naar mij”! Was haar antwoord. “Niet zeuren, er zit een haak in mijn been. Antwoordde ik haar.”De vis werd zéér voorzichtig bij de caravan neergelegd en ik werd uit de kano geholpen. De bodem was helemaal bedekt met een dikke laag bloed. Gelukkig voor mij, van de snoek.
Ik ben maar op het bankje voor de caravan gaan zitten en even later kwam de buurman er al aan. De kinderen hadden hem op mijn verzoek opgehaald. De man is namelijk arts. Hij vond mij “een interessant geval” en dook gelijk, met mijn vrouw, in de gereedschapskist. Met diverse tangetjes kwamen ze weer terug.

Na enige tijd kwamen de beide chirurgen, Vrouwlief deed dapper mee, tot de verrassende conclusie dat de haken van het kunstaas eerst maar eens los geknipt moesten worden van het kunstaas. Vervolgens werden er verwoede pogingen gedaan om het kunstaas te verwijderen. Gelukkig knip ik altijd de weerhaken van het kunstaas dicht. Dat is makkelijker bij het onthaken. Bij zowel de vis als bij de mens bleek nu. De onderste haak ging er gelukkig vrij gemakkelijk uit. De tweede haak zat echter muurvast.

Geloof me, het is geen pretje wanneer iemand probeert een haak uit je been te trekken en dat lukt dan niet. Ik werd wit, begon te zweten en ging bijna tegen de vlakte. Op dat moment werd er unaniem besloten om naar het ziekenhuis in Heerenveen te gaan. De zusters daar vonden het wel grappig. Ik was namelijk niet de eerste dat weekend die met een haak in het lichaam aan kwam zetten.

Ik mocht plaats nemen op de operatietafel en daar wachten op de arts van dienst. Mijn vrouw en de buurman, hij wilde met alle geweld mee, kregen een kopje koffie. Ik hield het maar bij water. Een half uur later kwam de arts. Tetanus spuitje linker bovenarm. Tetanus spuitje rechter bovenarm en een joekel van een spuit in het been. Deze laatste ter verdoving.

De arts had blijkbaar vertrouwen in de werking hiervan. Want tot mijn grote schrik begon hij 10 seconden later al aan de haak te trekken. Hij heeft hem er uiteindelijk dóórgeduwd. Daarbij een nieuw gaatje makend in mijn been. Gelukkig werkte de verdoving.

Om een uur of twaalf `s avonds waren we weer terug op de camping. Een paar gaatjes in het been en een ervaring rijker.

En de snoek? Die hebben we dezelfde avond nog schoon gemaakt en in de pekel gezet. De volgende dag hebben we heerlijk gegeten. Ik vooral. Wraak smaakt zoet, tenslotte.

Veel vis plezier.
Rolf.