Vliegeren of power kiten

Thema’s > Vliegeren of power kiten

Een actieve middag op het strand met of zonder de kinderen! Het vliegeren is een hele leuke en toegankelijke activiteit; iedereen kan het leren en een goede conditie is niet vereist. Wat ook meespeelt, is dat vliegeren makkelijker is geworden. De constructies zijn stabieler en beter bestuurbaar dan vroeger. Zelfs een absolute beginner kan een snelle deltavlieger rondjes laten trekken. Waarschijnlijk zal hij of zij wel jaloers moeten toekijken hoe een 14-jarige verderop bijvoorbeeld een Lazy Susan uitvoert.

Het begint natuurlijk met het kopen of zelf maken van een vlieger. Spelen met de wind staat centraal. Als je dit heel rustig met een kleine vlieger wilt doen dan kan dat, maar als je echt de kracht wilt ervaren van de grotere modellen dan kan dat ook. De grootte van de vliegers (kites) loopt sterk uit één van 0,7 m2 tot een grootte van 15 m2.

Verschillende soorten Vliegers.
Er bestaan een heleboel soorten vliegers. Er zijn vier hoofd-soorten: de kruisvlieger, de doosvlieger, de stuntvlieger en de vechtvlieger. Er bestaan er nog wel meer: bijvoorbeeld de slee-vlieger die je makkelijk zelf kunt maken, maar die komen niet zo veel voor.

De kruisvlieger
Kruisvliegers kun je herkennen omdat ze altijd gemaakt zijn van twee gekruiste stokjes. Die stokjes zijn het ‘skelet’ van de vlieger. Kruisvliegers zijn altijd plat. En ze zijn er in een heleboel vormen: rond, vierkant, met 8 hoeken, en noem maar op. Er zijn ook kruisvliegers die bijvoorbeeld de vorm van een vliegtuig of een vogel hebben.
Als je wel eens hebt gevliegerd, dan was dat waarschijnlijk met een kruisvlieger. Want die komen het meeste voor.

De doosvlieger
Doosvliegers zien eruit als een… doos. Ze zijn dus niet plat, zoals kruisvliegers. Doosvliegers kunnen behoorlijk groot zijn. En ze zijn een stuk moeilijker om te maken. Maar ze hebben als voordeel dat ze wel vreselijk stevig zijn. Ze zien er ook heel apart uit.

De stuntvlieger
Eigenlijk zijn deze vliegers het leukst. Je kunt er echt lekker mee ‘vliegen’. Een stuntvlieger heeft niet één touwtje waaraan je hem oplaat, maar twee. Daardoor kun je hem goed besturen en er kunstjes mee doen. Je kunt hem bijvoorbeeld een ‘looping’ laten maken. Dan vliegt hij een cirkel door eerst naar beneden te vliegen en dan weer omhoog. Je kunt hem ook naar beneden laten duiken en hem dan heel laag over de grond laten vliegen. En dan opeens laat je hem weer omhoog schieten. Er zijn een heleboel soorten stuntvliegers. Zullen we er een paar noemen?

De shuttle. Hij ziet er heel vierkant uit. Het is een heel makkelijke vlieger om mee te beginnen.

De speedwing. Deze heeft de vorm van een driehoek. Door die vorm is hij veel sneller en sterker dan de shuttle. Als je jonger dan ca. 12 jaar bent, kun je deze vlieger beter niet gebruiken. Dan ben je nog niet sterk genoeg! De vlieger sleurt je zomaar weg, en dat is niet de bedoeling. De vlieger moet vliegen, niet jij!

De spin-off. Deze lijkt een beetje op de speedwing, maar hij is iets minder sterk. Hij maakt wel heel makkelijk bochten. De spin-off is een goede stuntvlieger voor beginners, maar dan moet je het al wel een beetje kunnen.

De speedfoil. Deze ziet er heel langwerpig uit. Hij is vreselijk sterk. Om hem te besturen, moet je heel sterk zijn. Zulke vliegers worden vaak gebruikt bij teamvliegeren.

De spoetnik. Dit is een beetje een aparte vlieger: hij heeft helemaal geen stokken! Hij lijkt haast meer op een parachute dan op een vlieger. Het moet flink waaien om deze vlieger de lucht in te krijgen. Maar als ie eenmaal vliegt, is hij vreselijk sterk. Dan kun je er zelfs een karretje achter hangen en ermee over de grond racen! Dat lees je verderop onder ‘buggy-rijden’.

Vechtvliegers
Met deze vliegers kunnen luchtgevechten worden gedaan. Dat zijn natuurlijk geen serieuze gevechten, maar spelletjes. Vechtvliegers zijn heel erg licht en heel erg snel. Maar hoe vechten ze dan? Heel simpel: het vliegertouw wordt eerst ingesmeerd met lijm, en dan wordt er gemalen glas op gedaan. Dan worden de vliegers opgelaten. De bedoeling is om met jouw vliegertouw het touw van andere vliegers door te snijden.
Vechtvliegeren wordt hier in Europa bijna niet gedaan. Het komt vooral voor in Azië. Bijvoorbeeld in Japan en India. De bedoeling van vechtvliegeren is om met de lijn van je vlieger de lijn van andere vliegers door te snijden. Nodig zijn een met glasgruis of zelfs scheermesjes uitgeruste lijn en veel behendigheid.

Doe dit vechtvliegeren maar niet na: het is best gevaarlijk als er zo’n touw met glas naar beneden komt vallen. Bovendien is stuntvliegeren veel leuker!

Leren vliegeren
Als de vlieger eenmaal in het bezit is op naar het strand, of een andere plaats waar u ongestoord kunt (en mag) vliegeren. Binnen een kwartier kun je het gevoel ontwikkelen en leer je hoe je moet vliegeren.

De volgende stap is dat je zelfstandig gaat kijken wat je allemaal kan doen met een vlieger, en vooral hoeveel kracht je kan hebben. Voor je het weet heb je de eerste sleepsporen in het strand staan.

Kite-buggy of landboard
Een flinke deltavlieger kan een volwassen mens de lucht in sleuren. Sommigen vonden dat leuk en kwamen op het idee die krachten uit te buiten. Daartoe gebruiken ze veelal op matrassen lijkende vliegers en hangen er een wagentje (buggyen) of een landboard aand op de kant of een plankje eraan (op zee, kitesurfen).

Begin hier niet aan voor u de vlieger helemaal onder controle hebt. U werkt met een grote vlieger, de bedoeling is spectaculaire sprongen te maken. Soms beland je op je kop in de golven, soms tegen een strandpaal of in prikkeldraad. Kitesurfen kostte in Nederland in vijf jaar tijd drie levens. 

Bij het kitebuggyen zit u in een driewieler die u met de voeten bestuurt. In uw handen houdt u de vlieger. Dit is een zeer spectaculair onderdeel, mede omdat u zo dicht bij de grond zit.

Luchtfotografie
Of je maakt luchtfoto’s. Een grappige hobby waarbij je een camera hoog aan de lijn hangt en naar beneden richt. Digitale toestellen maken dit eenvoudiger, omdat je die niet hoeft door te draaien en vaak een op afstand bedienbare timer hebben (met een mobieltje zou het tegenwoordig ook kunnen).

Met ouderwetse camera’s maak je gebruik van een extra lijn om af te drukken en door te draaien, of van een elektronische afstandsbediening. Wat voor camera je ook hebt, het vereist wel wat geknutsel.

Tip: oefen eerst met een vergelijkbaar gewicht , een zakje zand bijvoorbeeld, aan de lijn.

Veiligheid
Voor de beste prestaties zijn de meeste vliegers ontworpen om te vliegen tussen bepaalde windsnelheden. Een aantal vliegers zal gevlogen kunnen worden in een breed scala van wind snelheden. De schaal van Beaufort is in gebruik als een systeem voor de inschatting van windsnelheden. Het werd in 1806 door admiraal Sir Francis Beaufort (1774-1857) van de Britse marine geïntroduceerd voor de omschrijving van de wind op een volledig opgetuigd schip. Het werd later uitgebreid met beschrijvingen van de effecten op land kenmerken. Vandaag de aanvaarde internationale praktijk is het inschatten van de windsnelheid in knopen (1 knoop is gelijk aan ongeveer 1,85 km, of 1,15 mijl per uur). De schaal van Beaufort is verdeeld in een reeks van waarden, van 0 voor windstil tot en met 12 voor orkanen. Elke waarde met bijbehorende beschrijvingen van de effecten op de oppervlakte-eigenschappen, is vastgelegd. UIteraard kun je voor meer nauwkeurige meting een wind-snelheidsmeter kopen bij kitewinkels of winkels voor de watertsport.
Voor uw eigen veiligheid: U moet niet vliegen met een vlieger als de wind sterker is dan windkracht 6 op de schaal van Beaufort.
 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *