‘s-Graveland

Plaatsen > ‘s-Graveland

’s Gravenland vond haar oorsprong in de 17e eeuw, toen aan de rand van het Gooi negen buitenplaatsen door Amsterdamse kooplieden werden aangelegd. Aan de lange weg dwars door de gemeente, Zuidereinde en Noordereinde, kwamen aan de ene kant de buitenplaatsen te liggen en aan de andere kant de huisjes van de werklieden, en ook de wasserijen waar het linnengoed van de Amsterdammers onderhanden werd genomen.

‘s-Graveland heeft 1236 inwoners[mappress mapid=”1″]

Karakteristiek voor het beschermde dorpsgezicht van ’s-Graveland zijn ondermeer de prachtige buitenplaatsen in het bosrijke gebied aan de rand van ’t Gooi. Deze vinden hun oorsprong in de 17e eeuw, toen negen buitenplaatsen door Amsterdamse kooplieden werden aangelegd. Over de bevolkingsaard van ’s-Gravelanders is wel eens gezegd dat ’s-Gravelanders zich allemaal een beetje ‘Van Adel’ voelen.

Langs de ’s-Gravelandse vaart staan karakteristieke huizen. Hier woonden vroeger de werklieden van de wasserijen. Het bestaansrecht van de wasserijen was te danken aan het zachte water. De ’s-Gravelandse Vaart heeft vroeger een grote rol gespeeld als transportroute van Hilversum naar Amsterdam. Met name groente, verbouwd door tuinders in Kortenhoef en in de Horstermeerpolder, werd over het water vervoerd naar de Hilversumse veiling.

Door de eeuwen heen hebben de buitenplaatsen het aanzien van het dorp bepaald. De Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten heeft al vroeg veel landgoederen aangekocht om de schoonheid hiervan te kunnen bewaren. Van de buitenplaatsen zijn er nu vijf eigendom van de Vereniging van Natuurmonumenten. In Schaep en Burgh is het hoofdkantoor van deze natuurorganisatie gevestigd en naast het buiten Boeckesteijn ligt het Bezoekerscentrum ‘s-Graveland. Bijzonder is het landgoed Gooilust, in de volksmond Bos van Blaauw genoemd. Gooilust is een ’s-Gravelandse buitenplaats die vanaf 1634 aangelegd op de grens van het laagveengebied en de hogere zandgronden. Gooilust staat bekend om zijn vele soorten geïntroduceerde bomen en struiken die rond 1900 zijn verzameld door de toenmalige bewoner Frans Ernst Blaauw. De heer Blaauw bracht regelmatig tropische planten en diersoorten mee uit Indie. Tijdens een wandeling over de ’s-Gravelandse buitenplaatsen zijn verschillende van deze voormalige tropische planten nog te zien. De siertuin van Gooilust is zomers op zaterdagmorgen en op aanvraag opengesteld voor publiek. Het nabijgelegen Corversbos is een lust voor vogelaars. Het loof- en naaldbos is rijk aan zowel roof- als zangvogels.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *